Oh Willem, je brallende bierkanon, koning der kroegtijgers, vorst van het verval. Natuurlijk ben je weer bezopen. Alsof er iets nieuws onder de mistige Hollandse maan gebeurt. Held van ‘Big Mouth’, my ass. In een wereld waar je hart sneller klopt voor TikTok dan voor echte kunst, zwalk je daar, zuiplap pur sang, als een verdwaalde piraat in de straten van ons collectief geweten.
Een held? Eerder het perfecte boegbeeld van de Nederlandse droom: genoegen nemen met middelmatigheid, terwijl je lever smeekt om genade. En wij maar lachen, hè. Want tja, Willem in zijn natuurlijke habitat, beneveld en belazerd, dat is toch koddig? Het feit dat Nederlanders gemiddeld zo’n 74 liter bier per jaar wegklokken, bewijst maar weer eens dat feitelijk iedereen een stukje Willem in zich heeft – hopelijk niet in de leverwaardes, though.
Dat Willem waarschijnlijk meer alcohol promille heeft dan IQ-punten is onze nationale trots. Vergeet de tulpen, klompen en molens. Nee, geef ons een bezopen volkszanger die balancerend op de rand van comateus, nog net een noot kan raken. Dat is pas erfgoed!
Maar laten we niet te hard oordelen. Immers, in elke bezopen Willem schuilt een diepere waarheid. Een reflectie van wat wij als samenleving waardevol vinden: escapisme, vergetelheid en de kunst van het dieptepunt bereiken. Dus nee, Willem is niet alleen de dronken nar van de Nederlandse muziekscene. Hij is het sombere symbool van onze collectieve hang naar zelfdestructieve gezelligheid. Een spiegelbeeld van het feest der herkenning in ons allen – of we dat nou willen toegeven of niet. Proost, Willem, op jouw kronkelige kroonpad.