Ah, Nederland. Dat kleine, koude kikkerlandje waar we het voetbal hadden uitgevonden – tenminste, dat dachten we. Totdat de oranje leeuwen zichzelf in de arena van de realiteit waanden en tegen Spanje aanliepen. Een wereldkampioen die ons even liet zien dat onze “Hollandse School” niet meer is dan een peuterspeelzaal bij een Picasso-expositie. Oranje kreeg geen voetballes; ze werden geschoold in de harde werkelijkheid dat dromen soms gewoon dromen blijven.
“We zaten in een draaimolen,” jankten onze mannen in oranje, alsof ze verrast waren dat een team met meer techniek en tactiek dan een Zuid-Hollandse kaasmarkt ze in de mangel nam. Het leek wel of we collectief in een bizarre mix van sarcasme en realiteitsontkenning leefden. De wedstrijd was niet eens een gevecht, het was een demonstratie van de Spanjaarden die toonden hoe je voetbal speelt met meer finesse dan een stierengevecht in een porseleinwinkel.
En dan de statistiekentombola na de wedstrijd. Alsof cijfers ons gaan troosten. “Ja maar, balbezit hè,” roepen we nog, alsof het een magisch schild is dat de pijn van een 4-0 nederlaag verzacht. Het enige waar Nederland in uitblonk was in een poging tot voetbal, op de meest kunstzinnige wijze gefaald.
Nederland, waar we meer meesters hebben in het klagen over het weer dan in het voetballen tegen daadwerkelijk goede teams. We kunnen ons beter omscholen naar een natie die excelleert in het winnen van de prijs voor beste supporter. Want laten we wel wezen, op het veld winnen we ‘m niet.
Bron: NU.NL – Oranje krijgt voetballes van wereldkampioen Spanje: ‘We zaten in een draaimolen’
