Skip to main content

Het is weer die tijd van het jaar waarin de ‘Grote Drie’ elkaar keer op keer treffen in het veldrijden. Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock – drie mannen met een onverzadigbare honger naar modderige glorie. Maar laten we eerlijk zijn, wat hebben ze eigenlijk bereikt?

Laten we beginnen met Van der Poel, zogenaamd de koning van het veldrijden. Ja ja, hij mag dan wel een paar titels op zijn naam hebben staan, maar wie heeft er ooit gehoord van al die andere renners? Hij wordt omringd door niets meer dan middelmatigheid! Het is als schitteren in een kamer vol kaarsjes; je kunt nog zo fel branden maar uiteindelijk ben je gewoon één vonkje tussen vele anderen.

En dan hebben we Van Aert… of moet ik zeggen “Van Achter”? Want dat is precies waar hij zich bevindt: achteraan bij elke race! Misschien zou hij beter af zijn als postbode in plaats van wielrenner. Dan kan hij tenminste rustig rondbrengen wat iedereen al lang vergeten was.

Pidcock daarentegen lijkt alleen mee te doen omdat niemand anders wil meedoen aan dit treurige circus genaamd veldrijden. Ik bedoel serieus mensen, wie geeft er nou echt om deze sport? Zelfs snookeren heeft meer fans!

Maar goed jongens en meisjes (als jullie überhaupt lezen), hier heb je dus vier ontmoetingen tussen deze trieste figuren om naar uit te kijken dit seizoen – alsof het niet al erg genoeg was om er één te hebben. Misschien kunnen ze elkaar tijdens de race een beetje opvrolijken met wat flauwe woordgrappen, want dat is waarschijnlijk het enige waarvoor deze ‘Grote Drie’ goed zijn.

Dus ja, laten we allemaal naar dit zinloze spektakel kijken terwijl we ons afvragen hoeveel van onze kostbare tijd hieraan verspild wordt. Maar hé, misschien valt er nog iets te lachen als Van der Poel struikelt over zijn eigen ego of Pidcock verdwaalt in zijn onbeduidendheid.

Bron: NU.NL – Van der Poel, Van Aert en Pidcock treffen elkaar dit veldritseizoen zeker vier keer