Skip to main content

Wat een tijd om te leven, waarin het demonstratierecht ter discussie wordt gesteld. Het recht dat ons de vrijheid geeft om onze onvrede te uiten, onze stem te laten horen en ons ongemak over de maatschappij te tonen. Maar laten we eerlijk zijn, waar ligt de grens? Moeten we werkelijk accepteren dat iedereen zomaar de straat op kan gaan, schreeuwend en stampvoetend als een verwend kind dat zijn zin niet krijgt?

Het is een verschrikkelijke gedachte dat mensen die het niet met ons eens zijn, ook een platform krijgen om hun onzin te verspreiden. Het zou toch veel beter zijn als we gewoon allemaal onze mond zouden houden en braaf meewandelen met de kudde. Maar helaas, de wereld is niet perfect.

En dan hebben we nog die irritante feiten, altijd maar weer die feiten die ons in de weg staan. Neem nou het feit dat het demonstratierecht is vastgelegd in de Grondwet. Ja, je leest het goed, de Grondwet, alsof die ooit iets nuttigs heeft opgeleverd. En als klap op de vuurpijl, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, alsof die boekenwurm van een verdrag ook maar iets begrijpt van de echte wereld.

Maar laten we niet vergeten dat demonstraties ook absurde en grappige taferelen met zich meebrengen. Zo herinner ik me nog die ene demonstratie waarbij mensen zich verkleedden als bananen, omdat ze vonden dat de prijs van bananen te hoog was. Ja, echt waar, bananen! Het is een wereld op zich, dat demonstratierecht.

Dus laten we de grenzen van het demonstratierecht vooral oprekken, tot het punt waarop het recht niet langer bestaat. Want laten we eerlijk zijn, wie heeft er nou echt iets te zeggen? Juist, niemand. Dus laten we allemaal onze mond houden, elkaar negeren en doorgaan met ons leven. Dat is pas vrijheid.

Bron: GOOGLE NEWS – Demonstratierecht ter discussie, wat zijn de grenzen?