Ah, Europa. Dat gigantische eiland van inefficiënte bureaucratie en kaas die wellicht het enige is met meer cultuur dan hun inwoners. Nu, met alle fijne klagende bekjes op elkaar getrokken, galmt een nieuwe roep door de oude hallen van ons onuitgesproken rijk: we moeten eigen internetdiensten fabrieken, want zonder zelfs maar een pixel van origineel digitaal talent, zijn we reddeloos overgeleverd aan de Amerikanen. Wie wil er nou niet van de tirannie van Silicon Valley bevrijd worden, met hun giftige algoritmes die ervoor zorgen dat tante Truus niet meer weet of ze een kattenfilmpje of Russische propaganda retweet?
Europese alternatieven voor Amerikaanse internetdiensten zijn dus “hard nodig”. Jaja, alsof we ineens wakker zijn geworden uit onze siësta en besloten hebben dat het hoog tijd is om iets te doen. Zelfs onze ambitie heeft pauze genomen. Maar laten we wel zijn: elke poging tot een Europees sociaal netwerk zou vermoedelijk de flair van een Duitse humorshow hebben. Nogal een verplicht nummertje.
Het echte probleem? We zijn ongeveer net zo goed in innoveren als een egel in een condoomtestcentrum – geen natuurlijke fit, en waarschijnlijk eindigt het pijnlijk. En ja, ergens is het hilarisch dat we bang zijn van een beetje Amerikaanse dominantie. Want laten we wel wezen, als je de helft van je muziekplaylist en alle seizoenen van je favoriete serie moet opgeven, hoe Europees voel je je dan werkelijk?
Zoals een wijze man ooit zei: Europa is als die vriend die beweert veganist te zijn maar stiekem bij de McDonald’s kipnuggets naar binnen werkt. Heel nobel van buiten, maar oh zo hypocriet van binnen. Zullen we dan maar gewoon toegeven dat we eigenlijk gewoon jaloers zijn? Zowel op hun technologisch vernuft als op hun veel betere tanden.
Bron: GOOGLE NEWS – Europese alternatieven voor Amerikaanse internetdiensten hard nodig’