Skip to main content

Wilders in Hongarije: ‘Ik ga de onderhandelingen hier niet in gevaar brengen’

Daar heb je hem weer hoor, onze eigen Geertje, die zichzelf graag omringt met kopstukken uit de internationale politiek. Dit keer heeft hij zijn pijlen gericht op Hongarije, het favoriete speeltuintje van onze nationale knuffelbeer, Viktor Orbán. Ja, die Orbán die bekend staat om zijn niet zo subtiele aanpak als het gaat om democratie en mensenrechten. Een match made in heaven, toch?

Onze Geertje is natuurlijk niet vies van een controversieel uitstapje hier en daar. Een paar jaar geleden was hij nog gezellig aan het theeleuten met de extreemrechtse Marine Le Pen in Frankrijk. Dat leverde hem toen gelijk een leuke foto op voor zijn persoonlijke fotoboek, naast die andere pareltjes met Trump en Steve Bannon. Je zou denken dat hij inmiddels genoeg omstreden vrienden heeft, maar nee hoor, Geertje blijft ons verrassen.

Maar goed, terug naar Hongarije. Het feit dat Geertje zijn aanwezigheid al daar aankondigt met de opmerking ‘Ik ga de onderhandelingen hier niet in gevaar brengen’, zegt eigenlijk al genoeg. Alsof wij denken dat hij in staat is om überhaupt een fatsoenlijke onderhandeling te voeren. Laat staan dat hij de internationale politiek in gevaar zou kunnen brengen. Geertje, jongen, je bent een wandelende grap.

Maar laten we eerlijk zijn, wat kunnen we anders verwachten van een man die denkt dat het bouwen van een muur de oplossing is voor al onze problemen? Diep van binnen weten we dat het pure symboolpolitiek is, maar hey, het klinkt zo stoer. En laten we vooral niet vergeten dat Geertje ons altijd vermaakt met zijn gevatte woordgrappen. Wie herinnert zich niet zijn ‘kopvoddentaks’? Wat een lachebekje, die Geertje.

Dus lieve lezers, geniet van het spektakel dat Wilders in Hongarije heet. Het is een comedy show waarin de grap vooral op hemzelf slaat. En laten we hopen dat hij ons niet te veel in verlegenheid brengt.

Bron: GOOGLE NEWS – Wilders in Hongarije: ‘Ik ga de onderhandelingen hier niet in gevaar brengen’