Zeg eens eerlijk, had de minister van Onderwijs even een moment van helderheid of was het simpelweg te lang geleden dat hij de krantenkoppen heeft gehaald? Hoe dan ook, het dichtdraaien van de geldkraan voor het bestuur van de Islamitische School in Amsterdam lijkt wel het nieuwste nationale tijdverdrijf. En terwijl heel progressief Nederland nu massaal in de virtuele pen klimt om te jammeren over discriminatie en ongelijkheid, is er één klein, onbeduidend detail dat we allemaal feestelijk negeren: wordt er door dit bestuur wel onderwijs van de kwaliteit geleverd waarvoor ze gefinancierd worden, of is het meer een soort Ponzi-schema met halal-sticker?
Toegegeven, het is een open deur intrappen om te beweren dat deze zet politiek gekleurd is – inclusief een kleurenpallet dat breder is dan dat van een gemiddelde Pride-parade. Maar laten we vooral niet vergeten dat in de wereld van de politiek, waar hypocritie de voertaal is, dit soort acties zo verrassend zijn als een plotwending in een soapserie: verwacht, maar toch enigszins choquerend.
En natuurlijk, ergens in de donkere, verwaarloosde hoekjes van ons collectief bewustzijn, weten we dat het waarschijnlijk effectiever is om daadwerkelijk te investeren in kwaliteitsonderwijs dan in het zoveelste bureaucratische wapenfeit. Maar waarom zouden we dat doen als we ook gewoon kunnen kiezen voor de optie die ons het beste doet slapen in onze ethisch verantwoorde, maar moreel bankroete bubble?
Is dit politiek incorrect? Absoluut. Sinistisch en sarcastisch? Zonder twijfel. Maar in het surrealistische theater dat wij ‘politiek beleid’ noemen, is het blijkbaar belangrijker om een standpunt te markeren dan om een oplossing te bieden. En zo gaat de cirkel van onzin vrolijk verder, zonder dat iemand echt wijzer wordt. Behalve dan misschien de minister, die met een glimlach kan slapen, wetende dat hij weer even in de spotlight heeft gestaan.